beschermende aardeaansluiting.
zijn.
- In de modellen die er niet van voorzien zijn, een stekker
verbinden met een vermogen geschikt voor de waarde
OPGELET: UITERST VOORZICHTIG TEWERK
van de zekering aangeduid op de plaat; in de modellen
GAAN TIJDENS DEZE OPERATIE OMDAT DE
voorzien van een kabel met stekker en met een vermogen
ELEKTROLYT EEN UITERST CORROSIEF ZUUR IS.
"P.MAX START" groter dan 9kW, raadt men voor het
- Men herinnert eraan dat de juiste staat van opladen van
gebruik in start de vervanging aan van de stekker met één
de batterijen alleen bepaald kan worden gebruik makend
met een vermogen geschikt voor de zekering aangeduid
van een densimeter, die toestaat de specifieke densiteit
op de plaat.
van de elektrolyt te meten.
indicatief zijn de volgende waarden van densiteit van
2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
opgeloste stof geldig (Kg/l op 20°c):
- Deze batterijlader staat het opladen van batterijen met
1.28 = opgeladen batterij
lood en vrije elektrolyt toe gebruikt op motorvoertuigen
1.21 = half ontladen batterij
(benzine en diesel), motorfietsen, schepen, enz.
1.14 = ontladen batterij
-
Accumulators oplaadbaar in functie van de beschikbare
- Met de voedingskabel losgekoppeld van het netcontact de
spanning van uitgang: 6V / 3 cellen; 12V / 6 cellen; 24V /
deviator 6/12 V of 12/24 V (indien aanwezig) plaatsen in
12 cellen.
functie van de nominale spanning van de op te laden
- De stroom voor het opladen geleverd door het toestel
batterij.
neemt af volgens de karakteristieke kromme W en è
- De deviator/deviators van het opladen (indien aanwezig)
overeenkomstig de norm DIN 41774.
plaatsen zoals gewenst (
FIG.B.
LOW normaal opladen,
-
De bak waarin deze è geïnstalleerd is heeft een
HIGH snel opladen).
beschermingsgraad IP 20 en è is beschermd door
- De polariteit van de klemmen van de batterij verifiëren:
indirecte contacten middels een aardegeleider zoals
positief het symbool + en negatief het symbool -.
voorgeschreven wordt voor de toestellen in klasse
I
.
OPMERKING: indien de symbolen zich niet
onderscheiden moet men zich herinneren dat de
3. INSTALLATIE
positieve klem diegene is die niet verbonden is met het
INRICHTING (FIG. A)
chassis van de auto.
-
De batterijlader uitpakken, overgaan tot de montage van
- De rode tang voor het opladen verbinden met de positieve
de losse componenten die in de
verpakking zitten.
klem van de batterij (symbool +).
- De modellen op wagen moeten in verticale stand
- De zwarte tang voor het opladen verbinden met het
geïnstalleerd worden.
chassis van de auto, uit de buurt van de batterij en van de
buis van de brandstof.
PLAATSING VAN DE BATTERIJLADER
OPMERKING indien de batterij niet in de auto
-
Tijdens de werking de batterijlader op een stabiele
geïnstalleerd is, zich rechtstreeks verbinden met de
manier installeren en er voor zorgen dat de
negatieve klem van de batterij (symbool -).
luchtdoorgang niet verstopt wordt middels speciaal
daartoe bestemde openingen zodanig dat een
OPLADEN
voldoende ventilatie gegarandeerd is.
- De batterijlader voeden door de voedingskabel in het
contact van het net te steken en de schakelaar (indien
AANSLUITING OP HET NET
aanwezig) op ON te zetten.
-
De batterijlader mag uitsluitend aangesloten worden op
- De ampèremeter (indien aanwezig) geeft de stroom aan
een voedingssysteem met een neutraalgeleider
(in Ampères) voor het opladen van de batterij: tijdens deze
verbonden met de aarde.
fase merkt men dat de aanwijzing van de ampèremeter
Controleren of de netspanning overeenstemt met de
langzaam vermindert tot op heel lage waarden in functie
spanning van werking.
van de capaciteit en de condities van de batterij.
-
D e v o e d i n g s l i j n m o e t u i t g e r u s t z i j n m e t
FIG.C
b esche r mi n gssystemen zoa l s zeke r in g e n o f
automatische schakelaars, voldoende om de maximum
OPMERKING:
Wanneer de batterij oplaadt kan men
absorptie van het toestel te verdragen.
bovendien een begin van ”koken” van de vloeistof merken die
-
De aansluiting op het net è moet uitgevoerd worden met
bevat is in de batterij. Men raadt aan het opladen reeds aan
een speciale kabel.
het begin van dit fenomeen te onderbreken teneinde
-
Eventuele verlengsnoeren van de voedingskabel moeten
beschadigingen aan de batterij te voorkomen.
een adequate doorsnede hebben die nooit kleiner mag
zijn dan diegene van de geleverde kabel.
AUTOMATISCH OPLADEN
-
Het is altijd verplicht het toestel met de aarde te
VOOR DE MODELLEN DIE DIT VOORZIEN:
verbinden, gebruik makend van de geel-groene geleider
1- Deviator in automatisch stand.
(
TRONIC
)
van de voedingskabel, gemarkeerd met het etiket (
),
W
terwijl de andere twee geleiders verbonden moeten
Deze manier van laden wordt aanbevolen voor de
worden met de netspanning.
hermetische batterijen (GEL/ AGM).
Tijdens deze fase controleert de batterijlader constant de
4. WERKING
spanning die aanwezig is aan de uiteinden van de batterij
VOORBEREIDING VOOR HET OPLADEN
en verdeelt of onderbreekt hierbij automatisch, indien
noodzakelijk, de stroom van het opladen naar de Batterij.
NB: Voordat men overgaat tot het opladen, moet men
verifiëren of de capaciteit van de batterijen (Ah) die men
2- Deviator in manuele stand.
(
CHARGE
)
wenst te onderwerpen aan het opladen niet kleiner is
Deze manier van laden wordt aanbevolen voor de
dan diegene die aangeduid staat op de plaat (C min).
batterijen WET.
Bij het uitvoeren van de instructies nauwkeurig de
In deze stand is de automatische functie gedeactiveerd.
hierna aangegeven volgorde volgen.
Voor alle andere informaties m.b.t. de wijzen van opladen
- De eventueel aanwezige deksels van de batterij
van de batterijen, de instructiehandleiding raadplegen.
wegnemen, ì zodanig dat de gassen die zich ontwikkelen
tijdens het opladen naar buiten kunnen komen.
OPGELET: HERMETISCHE BATTERIJEN (GEL/ AGM)
- Controleren of het niveau van de elektrolyt de platen van
de batterijen dekt; indien deze bloot blijken te liggen,
Indien het nodig blijkt te zijn dit soort batterijen te
gedistilleerd water toevoegen tot ze 5 -10 mm bedekt
moeten opladen, moet men uiterst aandachtig tewerk
- 17 -