De ideale waarde van de stroom van 1/10 van het vermogen
- Omkering van polariteit op de klemmen van de batterij.
in Ampèrs/uur van de batterij. Bijvoorbeeld, voor een batterij
-
In de toestellen voorzien van zekeringen is het verplicht,
van 40 Ampères is de ideale waarde van opladen 4
in geval van vervangingen, analoge reserve onderdelen
Ampères.
te gebruiken die dezelfde waarde van nominale stroom
hebben.
Gelijktijdig opladen van meerdere batterijen
OPGELET: De zekering niet vervangen met waarden
Dit soort operaties uiterst voorzichtig uitvoeren: OPGELET;
geen batterijen opladen met een verschillende capaciteit,
van stroom die verschillen van diegene die op de plaat
aflading en typologie.
staan aangeduid, dit zou schade kunnen berokkenen
Indien men meerdere batterijen tegelijkertijd moet opladen,
aan dingen of personen. Omwille van dezelfde reden
kan men beroep doen op verbindingen in ”serie” of in
moet men absoluut vermijden dat de zekering
”parallel”. Tussen de twee systemen is de verbinding in serie
vervangen wordt met koperen bruggen of ander
aan te raden è omdat men op deze wijze de stroom kan
materiaal.
controleren die in iedere batterij stroomt en die analoog zal
De operatie van de vervanging van de zekering moet
zijn met diegene die door de ampèremeter wordt aangeduid.
altijd worden uitgevoerd met de voedingskabel
LOSGEKOPPELD van het net.
OPMERKING:
In geval van een verbinding in serie van twee
batterijen met een nominale spanning van 12V, MOET men
6. NUTTIGE RAADGEVINGEN
de batterijlader voorinstellen in de stand 24V.
- Mogelijke incrustaties van oxide wegnemen van de
FIG.C
positieve en negatieve klemmen zodanig dat men een
EINDE OPLADEN
goed contact van de tangen garandeert.
- De voeding van de acculader wegnemen en hierbij de
- Strikt vermijden de twee tangen in contact te brengen
schakelaar (indien aanwezig) op OFF plaatsen en/of de
wanneer de batterijlader op het net is aangesloten. In dit
voedingskabel uit het contact van het net nemen.
geval zal de zekering verbranden.
- De zwarte tang van het opladen loskoppelen van het
- Indien de batterij waarmee men deze batterijlader wenst
chassis van de auto of van de negatieve klem van de
te gebruiken è permanent op een voertuig is aangesloten,
batterij (symbool -).
moet men ook de handleiding instructie en/of onderhoud
- De rode tang van het opladen loskoppelen van de
van het voertuig raadplegen op het punt ”ELEKTRISCHE
positieve klem van de batterij (symbool +).
INSTALLATIE” of ”ONDERHOUD”. Bij voorkeur, vóór het
- De batterijlader op een droge plaats opbergen.
opladen, de positieve kabel die deel uitmaakt van de
- De cellen van de batterij terug sluiten met de speciaal
elektrische installatie van het voertuig loskoppelen.
daartoe bestemde doppen (indien aanwezig).
- De spanning van de batterij controleren voordat men ze
aansluit op de batterijlader, men herinnert eraan dat 3
START
doppen een batterij van 6Volt onderscheiden, 6 doppen
Voordat men de start van het voertuig uitvoert, moet men
12Volt. In sommige gevallen kunnen er twee batterijen
controleren of de batterij goed verbonden is met de
van 12Volt in serie zijn, in dit geval vraagt men een
desbetreffende klemmen (+ en -) en in goede staat is
spanning van 24Volt om beide accu's op te laden.
(niet gesulfoneerd en niet defect).
Controleren of ze dezelfde karakteristieken hebben
Nooit op geen enkele manier startoperaties van
teneinde een onevenwicht bij het opladen te voorkomen.
voertuigen uitvoeren met de batterijen losgekoppeld
- Voordat men een startoperatie uitvoert, een snelle
van de desbetreffende klemmen; de aanwezigheid van
oplading met een duur van enkele minuten uitvoeren: dit
de batterij is bepalend voor het elimineren van eventuele
zal de startstroom beperken, waarbij ook minder stroom
te grote spanningen die gegenereerd zouden kunnen
van het net wordt gevraagd. Men moet zich herinneren,
voordat de start van het voertuig wordt uitgevoerd, te
worden als effect van de energie opgehoopt in de
controleren of de batterij goed verbonden is met de
verbindingskabels tijdens de startfase.
desbetreffende klemmen (+ en -) en of ze in goede staat is
Voor de start moet men de commutator (indien aanwezig) of
(niet gesulfoneerd en niet defect).
de deviator in de stand van start zetten aan de spanning in
Nooit op geen enkele manier startoperaties van
overeenstemming met die van het te starten voertuig.
voertuigen uitvoeren met de batterijen losgekoppeld van
Het is absoluut noodzakelijk, voordat men aan de startsleutel
de desbetreffende klemmen; de aanwezigheid van de
draait, een snelle oplading van 5-10 minuten uit te voeren, dit
batterij is bepalend voor het elimineren van eventuele te
zal de start ten stelligste vergemakkelijken.
De snelle
grote spanningen die gegenereerd zouden kunnen
oplaadoperatie moet zorgvuldig uitgevoerd worden met
worden als effect van de energie opgehoopt in de
de batterijlader in de stand van opladen en NIET van
verbindingskabels tijdens de startfase.
start.
- Indien de start niet plaatsvindt, niet aandringen, maar
De start zal gebeuren door te drukken op de drukknop van de
enkele minuten wachten en de operatie van snel opladen
afstandsbediening (alleen voor driefasen)
herhalen.
De verdeelde stroom wordt aangeduid door de schaal van de
- De startoperaties moeten altijd utgevoerd worden met
ampèremeter met groter vermogen.
een uitgeschakelde batterij, zie paragraaf START.
OPGELET:
Voordat men verdergaat moet men
aandachtig de waarschuwingen van de fabrikanten van de
______________( DK )______________
voertuigen lezen!
- Controleren dat de voedingslijn beschermd is met
INSTRUKTIONSMANUAL
zekeringen of automatische schakelaars van de
overeenstemmende waarde aangeduid op de plaat met
het symbool (
).
- Teneinde verhittingen van de batterijlader te voorkomen,
moet men de startoperatie uitvoeren met een
NAUWKEURIG respect voor de cycli van werk/pauze
G I V A G T : L Æ S B R U G E R V E J L E D N I N G E N
aangeduid op het toestel (voorbeeld: START 3s ON 120s
OMHYGGELIGT IGENNEM, FØR BATTERILADEN TAGES
OFF-5 CYCLES). Bovendien niet aandringen indien de
I BRUG.
motor van het voertuig niet start: dit zou immers de batterij
of zelfs de elektrische uitrusting van het voertuig ernstig
1. ALMENE SIKKERHEDSREGLER FOR ANVENDELSE
kunnen compromitteren.
AF DENNE BATTERILADER
5.
BESCHERMINGEN VAN DE BATTERIJLADER
(FIG. D)
De batterijlader è uitgerust met bescherming die ingrijpt in
geval van:
-
Under opladningen dannes der eksplosive gasser.
- Overlading (excessieve verdeling van stroom naar de
Eliminér risici for flamme og gnistdannelse. RYG IKKE!
batterij).
-
Placér batterierne på et sted med god udluftning, mens
- Kortsluiting (tangen voor het opladen in contact met
de oplades.
elkaar geplaatst).
- 15 -