13
BESCRIJVING
(begint op pagina 35)
AANBRENGEN
(begint op pagina 35)
WERKEN MET DE MAAIMACHINE
(begint op pagina 35)
NEDERLAND
Alvorens aan het werk te gaan,letten op eventueel op het terrein achtergebleven vreemde voorwerpen. De gebruiker is binnen zijn werkzone verantwoordelijk voor.
(begint op pagina 35)
(begint op pagina 36)
1
Gashendel
5
Riemhuis
9
Starterhandgreep
13 Reductor
2
Wielaandrijfhendel
6
Huis
10 Wiel
14 Brandstoftank
3
Schakelhendel van de maaibalk 7
Olievuldop
11 Handgreeep
15 Maaibalk
4
Koppelingschendel
8
Olie-aftapdop
12 Bougie
VOORBEREIDING VAN DE MOTOR
Voor de voorbereiding van de motor het instructiehandboek van de motorfabrikant raadplegen.
De machine wordt door de volgende onderdelen bediend:
- gashendel (1) op het bedieningspaneel
- hendel wielaandrijving (2) aan rechter handgreep
- schakelhendel (3) voor aan- en afkoppeling van de hakfrees aan de rechter-
zijde van het maaihuis
- bedieningshendel (4) aan linker handgreep. Deze hendel dient ingedrukt te
zijn tijdens het gebruik van de machine; bij loslaten stopt de machine.
De bedieningen van aan- en afkoppelen van hakfrees en wielen zijn onafhanke-
lijk.
STARTEN VAN DE MOTOR
Na de voorbereidingswerkzaamheden kan de motor op de volgende manier
gestart worden:
a) Bij koude motor, de gashendel (1) op START zetten
- hendel wielaandrijving (2) aan rechter handgreep
schakelhendel (3) voor aan
- en afkoppeling van de maaibalk aan de rechterzijde van het maaihuis
b) Grijp de starterhandgreep (9) vast en trek langzaam aan het koord tot er compressie
ontstaat. Laat de starterhandgreep los en trek vervolgens met een snelle krachtige
beweging.
Voor nadere aanwijzingen is het raadzaam het instructieboekje van de motor te raa-
dplegen.
ZODRA DE MOTOR LOOPT: Achter de handgreep gaan staan, de bedieningshendel
(4) licht indrukken en langzaam de schakelhendel (3) naar voren duwen tot de koppe-
ling plaatsvindt en dan volledig aanduwen. De bedieningshendel geheel indrukken en
ingedrukt houden. De Hakfreesmachine begint te werken.
Op dat moment zet u de wielaandrijvingshendel (2) op start, de machine beweegt nu
voorwaarts en u kunt beginnen te werken.
STOPPEN: de bedieningshendel (4) loslaten.
STOPZETTEN MOTOR: gashendel (1) op Stop zetten.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Voorwaarden
a)Laat geen personen onder de 16 jaar en personen die
de gebruiksinstructies niet kennen met deze maaima-
chine werken.
b)De gebruiker is binnen zijn werkzone verantwoordelijk
voor derden. Houd kinderen en huisdieren op afstand
tijdens het gebruik van de maaimachine.
c)Denk eraan dat het maaisysteem een zeer hoog verwon-
dingsrisiko vormt voor handen en voeten.
d)Deze machine is uitsluitend geschikt voor het maaien
van natuurgras. Hij mag niet voor andere doeleinden
gebruikt worden (bijv. voor het vlakken van oneffenheden
in het terrein zoals mols- of mierenhopen).
e)Alleen bij geschikt licht werken.
f)Eventuele vreemde voorwerpen van het maaiterrein
verwijderen. Tijdens het werken letten op eventueel
achtergebleven vreemde voorwerpen.
Voorbereiding/Werking
a)Draag tijdens het werken stevig schoeisel en een
lange broek.
b)Controleer voordat u aan het werk gaat of de maai-
balk goed bevestigd is, en de beschermingshuls eraf
genomen is.
c)Tijdens het starten van de motor de machine niet
opheffen.
d)Zet de motor af en verwijder de bougiedop voordat u de
volgende handelingen uitvoert:
verwijderen van beschermingsinrichtingen
de machine verplaatsen, opheffen of verwijderen van
het werkterrein
uitvoeren van onderhouds- of reinigingswerkzaamhe-
den
elke ingreep op het werktuig
de machine onbewaakt achterlaten.
Het werktuig blijft nog enkele seconden draaien na het
uitzetten van de motor.
e)Pas op! De brandstof is licht ontvlambaar:
bewaar de brandstof alleen in daarvoor bestemde
tanks
brandstoftank alleen in de open lucht vullen en niet
roken
zorgen dat de brandstoftank vol is voordat u de motor
start. Nooit de brandstoftankdop openen of benzine
bijvullen bij lopende of nog warme motor
indien er benzine uitgestroomd is, nooit de motor starten.
Verplaats de machine buiten de zone van de benzinelek
en vermijd elke ontstekingsbron totdat de benzinedam-
pen zich verspreid hebben
de brandstoftankdop stevig afsluiten.
f)Machines met ontploffingsmotor mogen wegens ver-
giftigingsgevaar nooit in gesloten ruimten gebruikt
worden.
g)De veiligheidsafstand, die door de handgreep bepaald
wordt, dient altijd aangehouden te worden, en tijdens het
werken dient u steeds te lopen, nooit te rennen.
h)Tijdens het werken op hellingen is bijzondere voorzi-
chtigheid geboden:
schoeisel met anti-slipzolen gebruiken
opletten waar u uw voeten plaatst
dwars t.o.v. de helling werken, nooit omhoog of om-
laag
wees voorzichtig bij het veranderen van werkrichting
niet op zeer steile hellingen werken.
i)De hakfrees nooit gebruiken met gebrekkige bescher-
mstukken of zonder dat de veiligheidsinrichtingen
gemonteerd en in orde zijn.
j)Om veiligheidsredenen dient het op het gegevensplaa-
tje aangegeven motortoerental nooit overschreden te
worden.
k)Om veiligheidsredenen dient het op het gegevensplaa-
tje aangegeven motortoerental nooit overschreden te
worden.
l)Start de motor voorzichtig en volgens de gebruiksin-
structies. Bij lopende motor niemand bij de voorkant van
de machine laten komen.
m)Alvorens de maaimachine onbewaakt achter te laten,
de motor afzetten.
n)Indien de maaibalk tegen een hindernis stoot, de
motor stopzetten, de dop van de bougie halen en het
maaisysteem nakijken; in geval van afwijkende werking
een vakman raadplegen.
Onderhoud en opslag
a)Alle moeren, bouten en schroeven goed aangedraaid
houden om in veilige omstandigheden te werken.
b)De machine nooit met gevulde brandstoftank opbergen
in ruimten waar de benzinedampen open vuur of vonken
kunnen bereiken.
c)Geef de motor de tijd om af te koelen alvorens het ap-
paraat in een beperkte ruimte op te bergen.
d)De motor, uitlaat, accubak en benzinetank vrijhouden
van gras, bladeren en overvloedig smeermiddel, om het
brandgevaar te beperken.
e)Om veiligheidsredenen dienen versleten of beschadigde
onderdelen tijdig vervangen te worden.
f)Het eventuele aftappen van de brandstoftank voor
de winteropslag dient in de open lucht uitgevoerd te
worden“
g)Monteer het werktuig volgens de instructies en gebruik
alleen onderdelen waarop het merk of de naam van
de fabrikant of leverancier en het referentienummer
vermeld zijn.
h)Ter bescherming van de handen tijdens het verwis-
selen van het gereedschap geschikte handschoenen
aantrekken.