63
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
■
Zoom en scherptediepte
■
Scherpstellen
Scherpstelstand
w
ordt bepaald door de scherpstelstand van de
ca
m
era en de schakelaarpositie van de A-M-stand van het
objectie
f.
Zie de ca
m
erahandleiding voor in
f
or
m
atie over de
scherpstel
m
odusselectie van de ca
m
era
.
Autofocus
Handmatige scherpstelling
Draai aan de zoo
m
ring voordat u
scherpstelt o
m
de brandpuntsa
f
stand
aan te passen en de
f
oto te kadreren
.
Als de ca
m
era over voorbeeld
scherptediepte beschikt
(
stop o
m
laag
),
kan scherptediepte ook als voorbeeld
in de zoeker
w
orden bekeken
.
Opmerking:
De brandpuntsafstand van dit
objectief neemt af als de scherpstelafstand
wordt verkort.
Camerascherpstelstand
Objectiefscherpstelstand
A
M
AF
Autofocus
Handmatige scherpstelling met
elektronische afstandsmeter
MF
—
z
Stel de camera in op AF (autofocus).
x
Schuif de objectiefschakelaar voor de A-M-stand naar A.
c
Scherpstellen.
Druk de ontspanknop hal
f
in o
m
scherp te stellen
.
R
aak de
scherpstelring niet aan ter
w
ijl de ca
m
era scherpstelt
.
z
Schuif de objectiefschakelaar voor de A-M-stand naar M.
x
Scherpstellen.
Stel hand
m
atig scherp
m
et behulp van de scherpstelring
.
Hand
m
atige scherpstelling kan
w
orden gebruikt
,
ongeacht
de geselecteerde scherpstelstand voor de ca
m
era
.