3
Druk op
c
of
d
om de balans tussen de
luidsprekers links en rechts in te stellen.
Tijdens het instellen wordt een waarde tussen
BAL L15
en
BAL R15
weergegeven.
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
De equalizer
Er zijn zes voorgeprogrammeerde equalizerin-
stellingen, die u op ieder moment eenvoudig
kunt oproepen:
DYNAMIC
,
VOCAL
,
NATURAL
,
CUSTOM
,
FLAT
en
POWERFUL
.
!
CUSTOM
is een aangepaste equalizercurve
die u zelf maakt.
!
Als
FLAT
is geselecteerd, wordt het geluid
niet aangevuld of gecorrigeerd.
%
Druk op EQ om een equalizer te selec-
teren.
Druk herhaaldelijk op
EQ
om tussen de vol-
gende equalizerinstellingen te schakelen:
DYNAMIC
—
VOCAL
—
NATURAL
—
CUSTOM
—
FLAT
—
POWERFUL
De equalizercurven aanpassen
U kunt de geselecteerde equalizercurve aan-
passen. Aangepaste equalizerinstellingen wor-
den opgeslagen in
CUSTOM
.
Lage, hoge en middentonen aanpassen
U kunt het niveau van de lage, hoge en mid-
dentonen aanpassen.
1
Druk op AUDIO en selecteer BASS/MID/
TREBLE.
2
Druk op
a
of
b
om het niveau aan te
passen.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden
+6
en
–
6
. De waarde wordt op het
display getoond.
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort
aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1
Druk op AUDIO en selecteer LOUD.
2
Druk op
a
of
b
om de loudness-functie
in of uit te schakelen.
#
U kunt de loudness-functie ook aan of uit zet-
ten door op
EQ
te drukken en deze toets inge-
drukt te houden.
3
Druk op
c
of
d
en selecteer het ge-
wenste niveau.
LOW
(laag)
—
HI
(hoog)
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer naar een andere sig-
naalbron wordt overgeschakeld.
!
De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
!
Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
1
Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2
Druk op AUDIO en selecteer SLA.
3
Druk op
a
of
b
om het volume van de
signaalbron aan te passen.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden
SLA +4
en
SLA
–
4
. De waarde wordt op het display ge-
toond.
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
Bediening van het toestel
Nl
32
Hoofdstuk
02