#
Als u een CD afspeelt, wordt de herhaalde
weergave automatisch uitgeschakeld wanneer u
naar fragmenten zoekt of vooruit- of achteruit-
spoelt.
#
Als u gecomprimeerde audio afspeelt en tij-
dens
TRK
(fragmenten herhalen) naar een frag-
ment zoekt of vooruit- of achteruitspoelt, wordt
het herhaalbereik gewijzigd in map herhalen.
#
Als
FLD
(map herhalen) is geselecteerd, kunt
u geen submap van die map afspelen.
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Fragmenten in een geselecteerd herhaalbereik
worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
1
Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg
Herhaalde weergave
op de vorige
bladzijde.
2
Druk op FUNCTION en selecteer RDM.
3
Druk op
a
of
b
om de functie willekeu-
rige weergave in of uit te schakelen.
Als willekeurige weergave is ingeschakeld, ver-
schijnt
RDM
in het display.
Als u de willekeurige weergave inschakelt tij-
dens herhaalde weergave van een map, ver-
schijnt
FRDM
op het display.
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
Fragmenten of mappen scannen
Met de functie scanweergave kunt u een frag-
ment zoeken binnen het geselecteerde her-
haalbereik.
1
Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg
Herhaalde weergave
op de vorige
bladzijde.
2
Druk op FUNCTION en selecteer SCAN.
3
Druk op
a
om de scanweergave in te
schakelen.
SCAN
verschijnt op het display. De eerste 10
seconden van elk fragment worden afge-
speeld.
#
Als u de scanweergave inschakelt tijdens
FLD
,
verschijnt
FSCN
in het display.
4
Als u het gewenste fragment heeft ge-
vonden, drukt u op
b
om de scanweergave
uit te schakelen.
#
Als het display automatisch naar het weerga-
vedisplay is teruggekeerd, kunt u
SCAN
opnieuw
selecteren door op
FUNCTION
te drukken.
#
Als het scannen van de disc (map) is voltooid,
wordt de normale weergave van de fragmenten
hervat.
Het afspelen van een disc
onderbreken
Met de pauzetoets kunt u de weergave van de
disc tijdelijk onderbreken.
1
Druk op FUNCTION en selecteer PAUSE.
2
Druk op
a
of
b
om de pauzefunctie in
of uit te schakelen.
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
Compressie en BMX
Met de functies COMP (compressie) en BMX
kunt u de geluidskwaliteit van dit toestel aan-
passen.
1
Druk op FUNCTION en selecteer
COMP OFF.
2
Druk op
a
of
b
en selecteer de ge-
wenste instelling.
COMP OFF
—
COMP 1
—
COMP 2
—
COMP OFF
—
BMX 1
—
BMX 2
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het
normale display.
Bediening van het toestel
Nl
30
Hoofdstuk
02