NEDERLANDS
nl
18
4.2 Speciale veiligheidsvoorschriften voor
accumachines:
Voorkom dat de machine per ongeluk start:
Verzeker u ervan dat de machine bij het insteken
van het accupack uitgeschakeld is.
Haal het accupack uit de machine voordat instel-,
ombouw-, onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitgevoerd worden.
Accupacks tegen vocht beschermen!
Accupacks niet aan vuur blootstellen!
Geen defecte of vervormde accupacks gebruiken!
Accupacks niet openen!
Contacten van de accupacks niet aanraken of
kortsluiten!
Uit defecte Li-Ion-accupacks kan een licht
zure, brandbare vloeistof lekken!
Wanneer accuvloeistof eruit lekt en met de
huid in aanraking komt, onmiddellijk onder
stromend water afspoelen. Wanneer er
accuvloeistof in uw ogen komt, was deze dan uit
met schoon water en zoek onmiddellijk een arts op
voor behandeling!
LED-lampje (6): LED-straling niet direct met
optische instrumenten bekijken.
Zie pagina 2.
1 Riemhaak (elektrische apparaten) *
2 Draairichtingschakelaar
3 Drukschakelaar
4 Vergrendelknop (continue inschakeling)
5 Handgreep
6 LED-lampje
7 Toets voor ontgrendeling van het accupack
8 Riemhaak (accumachine)*
9 Accupack *
10 Capaciteits- en signaalindicatie *
11 Toets voor de indicatie van de capaciteit *
12 Diepteaanslag
13 Bit *
14 Gereedschaphouder
15 Schroefspil
16 Sluithuls
17 Aanslaghuls
* afhankelijk van het model / afhankelijk van de
uitvoering
a
6.1 Speciaal voor elektrische machines
Vergelijk voor de ingebruikname, of de op het
typeplaatje aangegeven spanning met de
netspanning overeenkomt.
Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD)
met een max. aanspreekstroom van 30 mA
voor de machine.
6.2 Speciaal voor accumachines
Accupack
Het accupack (9) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en
30°C.
Li-Ion-accupacks „Li-Power“ hebben een
capaciteits- en signaalindicatie (10):
- Druk op toets (11) en de laadtoestand wordt door
de LED-verlichting aangegeven.
- Wanneer een LED-lampje knippert, is het
accupack bijna leeg en moet worden opgeladen.
Accupack verwijderen, plaatsen
Verwijderen: toets voor de accupack-ontgrendeling
(7) indrukken en het accupack (9) er naar voren
uittrekken.
Plaatsen: accupack (9) erop schuiven tot deze vast
klikt.
Riemhaak aanbrengen
De riemhaak (8) kan links of rechts worden
vastgeschroefd (zie afb., pagina 2).
7.1 Draairichting, transportbeveiliging
(inschakelblokkering) instellen
Draairichtingschakelaar (2) alleen gebruiken
wanneer de motor stilstaat.
Zie pagina 2:
R
= rechtsloop ingesteld
L
= linksloop ingesteld
0
= middenstand: transportbeveiliging (inscha-
kelblokkering) ingesteld
7.2 In-/uitschakelen, toerental veranderen
Inschakelen, toerental:
drukschakelaar (3)
indrukken.
Het toerental kan met de drukschakelaar
worden veranderd.
Om uit te schakelen de drukschakelaar loslaten.
Continu inschakeling:
Bij ingedrukte
drukschakelaar (3) de vergrendelknop (4)
indrukken en de drukschakelaar loslaten. Om
de machine uit te schakelen de drukschakelaar
(3) opnieuw indrukken en weer loslaten.
Bij continue inschakeling draait de
machine verder wanneer hij uit de hand
wordt getrokken. Houd de machine daarom
altijd met beide handen aan de hiervoor
bestemde handgrepen vast, zorg ervoor dat u
stevig staat en werk geconcentreerd.
7.3 Vervangen van bitjes
Bit inzetten, uitnemen:
- Diepteaanslag (12) eraf trekken.
-
Inzetten:
bit (13) in de gereedschaphouder (14)
plaatsen.
-
Uitnemen:
bit (13) met een tang uit de
gereedschaphouder (14) trekken.
5. Overzicht
6. Ingebruikname
7. Gebruik