- 78 -
Piston voor twee kopjes
2 kops filterbakje
Piston voor één kopje
1 kops filterbakje
Afb. 3
Koffie zetten
a) Draai de piston uit het groepshoofd.
b) Breng een filterbakje aan en vul deze met de gewenste hoeveelheid koffie. Om de
beste koffie-eigenschappen te verkrijgen en aroma en smaak te behouden, kan
het beste vers gemalen koffie gebruikt worden. Gebruik het juiste filterbakje (zie
afb. 3).
c) Druk de koffie aan met het aandrukplaatje.
d) Draai de gevulde piston in het groepshoofd totdat hij vastklikt (zie afb. 2). Zet een
kopje onder de koffie-uitloop en start de bereiding.
e) Kies de gewenste functie op het bedieningspaneel (zie afb. 4).
Het apparaat is fabrieksmatig voorgeprogrammeerd op 4 standaard koffiedoseringen
(zie Programmeren om deze te wijzigen) en een knop voor continu dosering.
De eerste vier knoppen van het bedieningspaneel voor elke zetgroep (1 x espresso –
1 x koffie – 2 x espresso – 2 x koffie) stoppen het programma automatisch na elk
koffiezetproces, de vijfde knop moet opnieuw ingedrukt worden om het programma te
beëindigen.
AANWIJZING!
Om goede koffie te verkrijgen moeten het apparaat, de zetgroep en de piston de
juiste, constante temperatuur hebben De piston moet dus in de zetgroep geplaatst
zijn nog voordat de koffie bereid wordt.
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbranding!
Tijdens het koffiezetproces mag de piston nooit uit de zetgroep verwijderd
worden, omdat het hete water onder hoge druk verbrandingen kan veroorzaken.