Nederlands - 3
Elektrische veiligheid
Uw machine is voor extra veiligheid geïsoleerd en
heeft geen aarding nodig. De bedrijfsspanning be-
draagt 230 V AC, 50 Hz (voor niet-EU-landen 220 V
of 240 V, afhankelijk van de uitvoering). Gebruik al-
leen goedgekeurde verlengkabels. Informatie krijgt
u bij uw Bosch klantenservice.
Voor nog meer veiligheid wordt het gebruik van een
foutstroomschakelaar (reststroomapparaat) met
een afslagstroom van maximaal 30 mA geadvi-
seerd. De foutstroomschakelaar moet voor elk ge-
bruik worden gecontroleerd.
LET OP: voor uw veiligheid is het noodzakelijk
dat de aan de machine aangebrachte stekker 9 met
de verlengkabel 12 verbonden wordt.
De stekker van de verlengkabel moet tegen spatwa-
ter bestemd zijn en uit rubber bestaan of met rubber
bekleed zijn.
De verlengkabel moet met een trekontlasting wor-
den gebruikt.
De aansluitkabel moet regelmatig op beschadigin-
gen worden gecontroleerd en mag alleen in een
goede toestand worden gebruikt.
Wanneer de aansluitkabel beschadigd is, mag deze
alleen door een erkende Bosch-werkplaats worden
gerepareerd.
Er mogen alleen verlengkabels van het type
H05VV-F of H05RN-F worden gebruikt.
Sluit het gereedschap nooit aan op het
stopcontact voordat het volledig gemon-
teerd is.
Trimmerschacht monteren
Steek het bovengedeelte 4 en het ondergedeelte 5
van de schacht ineen tot een klikgeluid te horen is.
Opmerking: Als het bovengedeelte en het onderge-
deelte van de schacht eenmaal ineengestoken zijn,
kunnen deze niet meer van elkaar worden geschei-
den.
Controleer dat de kabel niet vastgeklemd of ge-
draaid is.
Montage van de beschermkap
Plaats de beschermkap 8 op de trimmerkop 6.
➊
Haak de beschermkap vast aan de trimmerkop
en duw deze naar achteren.
➋
Druk de beschermkap omlaag tot deze stevig
vastklikt.
Verwijder stenen, losse stukken hout en
andere voorwerpen van het te knippen op-
pervlak.
Na het uitschakelen van de gazontrimmer draait
de snijdraad nog enkele seconden verder. Wacht
tot de motor en de snijdraad stilstaan voordat u
het gereedschap opnieuw inschakelt.
Schakel het gereedschap niet kort achtereen uit
en weer in.
In- en uitschakelen
Druk de schakelaar 1 in en houd deze vast. Laat de
schakelaar 1 los om het gereedschap uit te schake-
len.
Gras knippen
Verplaats de gazontrimmer naar links en naar rechts
en houd deze daarbij op voldoende afstand tot het
lichaam. Buig de trimmerkop naar voren als u korter
gras wilt knippen.
De gazontrimmer kan gras tot een hoogte van 15 cm
efficiënt knippen. Knip hoger gras in verschillende
stappen.
Knippen rond bomen en struiken
Knip voorzichtig rond bomen en struiken zodat deze
niet in contact met de draad komen.
Planten kunnen afsterven wanneer de schors
beschadigd wordt.
Gebruik voor een betere controle de geleidings-
greep 3.
De activator 13 kan heet worden.
De ronddraaiende draad kan versleten raken of bre-
ken. Dat merkt u doordat de motor zonder last draait
en het gras niet geknipt wordt.
Duw de lopende gazontrimmer tegen de grond of
een vast oppervlak en laat deze weer los (vereiste
aandrukkracht ca. 3 kg).
Voor uw veiligheid
Let op! Schakel de machine uit en trek de stek-
ker uit het stopcontact voordat u de machine
instelt of reinigt en wanneer de kabel doorge-
sneden of beschadigd is of in de war is ge-
raakt.
Na het uitschakelen van de gazontrimmer
draait de snijdraad nog enkele seconden ver-
der.
Voorzichtig! Raak de ronddraaiende snijdraad
niet aan.
Montage
C
A
Knippen en trimmen van randen
Draad toevoeren
B
D
E
F 016 L70 659.book Seite 3 Freitag, 27. November 2009 10:42 10
43 • F 016 L70 659 • 09.11