41
nl
Beschrijving toestel/Leveringsomvang
Het toestel mag uitsluitend in volledig gemon-
teerde toestand in bedrijf worden genomen.
Inbedrijfstelling
Neem beslist alle veiligheidsaanwijzingen in
acht!
Plaats het toestel op een vlakke, stabiele onder
-
grond die bestand is tegen water en warmte.
Houd een afstand van minimaal 1 meter tot
wanden, meubels en gordijnen aan (gevaar
van vochtschade) (6). Let op! Omkiepen van het
toestel kan tot brandwonden door heet water
leiden.
Sluit de netkabel altijd eerst op het toestel aan,
voordat deze op het stroomnet wordt aangesloten
(7). Let op! Steek de stekker tot de aanslag in het
toestel! Een akoestisch signaal in het toestel geeft
aan dat het toestel met stroom gevoed wordt.
Houd er rekening mee, dat het apparaat na inbe
-
drijfstelling gedurende de eerste minuten meer
bedrijfsgeluiden produceert.
Water vullen / bijvullen
Let op! Gebruik uitsluitend vers drinkwater
(kraanwater). Gebruik geen koolzuurhoudend
water of andere vloeistoffen.
Let op! Heet na gebruik!
Let op! Giet nooit water in de ventilatie-openin
-
gen, omdat dit tot schade aan het toestel kan
leiden.
Gebruik voor het bijvullen van water altijd de watertank.
Giet nooit water direct in het toestel of in de dampbuis (8).
Bedieningspaneel
Ventilatie-opening
Ventilatie-openingen
Watertankdeksel
Dampbuis
Anti-mineralen viltkussentjes
Waterpeilindicator
Dampuitlaat
Dampbuisdeksel met geurstofreservoir
Dampuitlaat
Watertank
Netkabel
Optioneel
Waterstandsensor
Verdamperschaal
Anti-mineralen
viltkussentjes
Waterbak