gaan. Een trage oplading uitvoeren en hierbij de
moet men de startoperatie uitvoeren met een
NAUWKEURIG respect voor de cycli van werk/pauze
spanning naar de klemmen van de batterij onder
aangeduid op het toestel (voorbeeld: START 3s ON 120s
controle houden. Wanneer deze spanning, die
OFF-5 CYCLES). Bovendien niet aandringen indien de
gemakkelijk kan opgenomen worden met een gewone
motor van het voertuig niet start: dit zou immers de batterij
tester, de 14,4V bereikt voor de batterijen van 12V (7,2V
of zelfs de elektrische uitrusting van het voertuig ernstig
voor de batterijen van 6V en 28,8V voor de batterijen van
kunnen compromitteren.
24V) raadt men aan het opladen te onderbreken.
Voor de modellen die dit voorzien, raadt men aan de
5.
BESCHERMINGEN VAN DE BATTERIJLADER
(FIG. F)
automatische functie "TRONIC" in te stellen.
De batterijlader is uitgerust met een bescherming die ingrijpt
in geval van:
Gelijktijdig opladen van meerdere batterijen
- Overbelasting (excessieve stroomverdeling naar de
Dit soort operaties uiterst voorzichtig uitvoeren: OPGELET;
batterij).
geen batterijen opladen met een verschillende capaciteit,
- Kortsluiting (laadtangen met elkaar in contact gebracht).
aflading en typologie.
- Inversie van de polariteit op de klemmen van de batterij .
Indien men meerdere batterijen tegelijkertijd moet opladen,
- In de toestellen voorzien van zekeringen is het verplicht in
kan men beroep doen op verbindingen in ”serie” of in
geval van vervanging, analoge reserveonderdelen te
”parallel”. Tussen de twee systemen is de verbinding in serie
gebruiken die dezelfde waarde van nominale stroom
aan te raden è omdat men op deze wijze de stroom kan
hebben.
controleren die in iedere batterij stroomt en die analoog zal
zijn met diegene die door de ampèremeter wordt aangeduid.
OPGELET: De zekering vervangen met andere
stroomwaarden die verschillen van diegene aangeduid
OPMERKING:
In geval van een verbinding in serie van twee
op de plaat zou schade aan personen of dingen kunnen
batterijen met een nominale spanning van 12V, MOET men
veroorzaken. Omwille van dezelfde reden moet men
de batterijlader voorinstellen in de stand 24V.
absoluut de vervanging van de zekering vermijden met
FIG.D
bruggen in koper of een ander materiaal.
De operatie van de vervanging van de zekering moet
EINDE OPLADEN
altijd uitgevoerd worden met de voedingskabel
- De voeding van de acculader wegnemen en hierbij de
LOSGEKOPPELD van het net.
schakelaar (indien aanwezig) op OFF plaatsen en/of de
Aandachtig tewerk gaan tijdens de vervanging van de
voedingskabel uit het contact van het net nemen.
- De zwarte tang van het opladen loskoppelen van het
bandzekering, indien aanwezig, de bevestigingsbouten
chassis van de auto of van de negatieve klem van de
goed vastdraaien.
batterij (symbool -).
- De rode tang van het opladen loskoppelen van de
6. NUTTIGE RAADGEVNGEN
positieve klem van de batterij (symbool +).
- De positieve en negatieve klemmen schoonmaken van
- De batterijlader op een droge plaats opbergen.
mogelijke incrustaties van oxide teneinde een goed
- De cellen van de batterij terug sluiten met de speciaal
contact van de tangen te garanderen.
daartoe bestemde doppen (indien aanwezig).
- Absoluut vermijden de twee tangen in contact te brengen
wanneer de batterijlader in het net is ingeschakeld. In dit
START
geval heeft men de verbranding van de zekering.
Voordat men de start van het voertuig uitvoert, moet men
- Indien de batterij waarmee men deze batterijlader wenst
controleren of de batterij goed verbonden is met de
te gebruiken permanent ingeschakeld is op een voertuig,
ook de instructie- en/of onderhoudshandleiding van het
desbetreffende klemmen (+ en -) en in goede staat is
voertuig raadplegen in het gedeelte "ELEKTRISCHE
(niet gesulfoneerd en niet defect).
INSTALLATIE" of "ONDERHOUD". Bij voorkeur, voordat
Nooit op geen enkele manier startoperaties van
men overgaat tot het opladen, de positieve kabel die deel
voertuigen uitvoeren met de batterijen losgekoppeld
uitmaakt van de elektrische installatie van het voertuig
van de desbetreffende klemmen; de aanwezigheid van
loskoppelen.
de batterij is bepalend voor het elimineren van eventuele
- De spanning van de batterij controleren voordat men deze
te grote spanningen die gegenereerd zouden kunnen
verbindt met de batterijlader, men herinnert eraan dat 3
worden als effect van de energie opgehoopt in de
doppen een batterij aan 6Volt onderscheidt, 6 doppen een
verbindingskabels tijdens de startfase.
aan 12Volt. In sommige gevallen kunnen er twee batterijen
Voor de start moet men de commutator (indien aanwezig) of
zijn van 12Volt in serie, in dit geval is een spanning vereist
de deviator in de stand van start zetten aan de spanning in
van 24Volt om beide accu's op te laden. Controleren of ze
overeenstemming met die van het te starten voertuig.
dezelfde karakteristieken hebben teneinde een
FIG. E
onevenwicht bij het opladen te voorkomen.
Het is absoluut noodzakelijk, voordat men aan de startsleutel
- Voordat men een startoperatie uitvoert, een snelle
draait, een snelle oplading van 5-10 minuten uit te voeren, dit
oplading met een duur van enkele minuten uitvoeren: dit
zal de start ten stelligste vergemakkelijken.
De snelle
zal de startstroom beperken, waarbij ook minder stroom
oplaadoperatie moet zorgvuldig uitgevoerd worden met
van het net wordt gevraagd. Men moet zich herinneren,
de batterijlader in de stand van opladen en NIET van
voordat de start van het voertuig wordt uitgevoerd, te
start.
controleren of de batterij goed verbonden is met de
De start zal gebeuren door te drukken op de drukknop van de
desbetreffende klemmen (+ en -) en of ze in goede staat is
afstandsbediening (alleen voor driefasen)
(niet gesulfoneerd en niet defect).
De verdeelde stroom wordt aangeduid door de schaal van de
Nooit op geen enkele manier startoperaties van
ampèremeter met groter vermogen.
voertuigen uitvoeren met de batterijen losgekoppeld
van de desbetreffende klemmen; de aanwezigheid van
OPGELET:
Voordat men verdergaat moet men
de batterij is bepalend voor het elimineren van
aandachtig de waarschuwingen van de fabrikanten van de
eventuele te grote spanningen die gegenereerd
voertuigen lezen!
zouden kunnen worden als effect van de energie
- Controleren dat de voedingslijn beschermd is met
opgehoopt in de verbindingskabels tijdens de
zekeringen of automatische schakelaars van de
startfase.
overeenstemmende waarde aangeduid op de plaat met
- Indien de start niet plaatsvindt, niet aandringen, maar
het symbool (
).
enkele minuten wachten en de operatie van snel opladen
- Teneinde verhittingen van de batterijlader te voorkomen,
- 18 -